De woestijnvaders
Het christelijk monnikendom is in de derde eeuw ontstaan in Egypte. De heilige Antonius de Grote, vader van de monniken, had zich na een oproep van Christus teruggetrokken in de woestijn om daar een leven van gebed te leiden. De vele monniken die hetzelfde deden hebben ons korte verslagen nagelaten, de zgn. apofthegmata, van een leerling die een oudere monnik ondervraagt. Deze verslagen bevatten onderricht over het gebedsleven en de vereniging met God:

« Abba (vader), wat kan ik doen om gered te worden? » vraagt een leerling. De oudere antwoordt hem: « Blijf in je cel, doe je best en laat je niet verontrusten. Het weinige dat jij doet is net zoveel waard als de grote werken van sint Antonius in de woestijn. »

De Benedictijnen
De heilige Benedictus van Nursia (ca. 480 tot ca. 547) heeft in de zesde eeuw een Regel voor Monniken opgesteld die tot op de huidige dag de richtlijn is voor de Benedictijnen en de Cisterciënzers. Hij kwam tot een synthese die vol gematigdheid en wijsheid was om met zekerheid te komen tot eenheid met God en die rekening hield met gezonde relaties tussen de monniken onderling en de wereld.

De Cisterciënzers
De stichting van het « nieuwe klooster » in Cîteaux in 1098 door de Benedictijnen van Molesme in Bourgondië door de heiligen Robertus, Elbericus en Stephen en hun gezellen was de aanzet tot een spectaculaire ontwikkeling van het kloosterleven. De heilige Bernardus, de beroemdste cisterciënzer monnik van deze gouden eeuw, trad in bij deze abdij waarschijnlijk in 1113 en stichtte onverwijld in 1115 de abdij van Clairvaux in Champagne.

De Trappisten
Een verdere, belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van onze orde ontstond in de cisterciënzer abdij van La Grande Trappe. In 1662 werd Armand de Rancé hier abten hervormde de abdij. De monniken van de orde der cisterciënzers van de strikte observantie (= naleving van de Regel) danken hieraan hun naam van « trappist ». Tijdens de Franse revolutie verliet Dom Augustin de Lestrange Frankrijk samen met een groep monniken van La Trappe en verbleef korte tijd vlakbij Nový Dvůr in de cisterciënzer abdij van Plasy en vandaar helemaal naar Rusland…Op die wijze ondergingen de trappisten de beproeving van de revolutie.