Van de ouderen onder ons hebben wij geleerd om ons lange tijd in een houding van geloof slechts te richten op mondeling gebed, aanroepingen of op een lezing. Om aandachtig te blijven voor de aanwezige Heer is er een manier, die ieder op grond van zijn persoonlijke genade moet ontdekken, geleid door een oudere monnik.

Het persoonlijk gebed van een monnik, zoals dat van iedere vurige christen die regelmatig tijd besteedt aan de ontmoeting met de Heer Jezus, berust meestal op een geloofsdaad, waarvan gevoelens geen deel uitmaken. Hij gelooft dat, door tijd aan God te geven, God zich aan hem zal geven. De monnik kijkt in zichzelf gekeerd naar het tabernakel of gebruikt een boek om zijn aandacht te ondersteunen, waarin hij een paar bladzijden leest, met onderbrekingen van stilte en een kort binnensmonds gebed. Dit is het gebed van de armen, een nederig gebed dat God welgevallig is.

« Laat niets of niemand uw hart in beslag nemen, maar God alleen»,

schrijft Theophanus van Tambov.

De hele dag door, zelfs als hij aan het werk is, leert de monnik om met een aanroeping of kort gebed weerstand te bieden aan zijn bekoringen, zijn fouten of emoties, zelfs voor wat betreft de tijd die hij aan onbenulligheden verspilt.

Zal God dan niet zeker recht verschaffen aan zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen? Zal Hij hen dan laten wachten?”

(evangelie volgens Lucas 18, 7)

Lectio divina is als het ware ongehaast lezen, waarbij de hele mens betrokken is en hem of haar helpt om een relatie met God aan te gaan. Het is een manier van lezen die beoefend wordt in een sfeer van bezinning, doorweven met gebed, zonder de bedoeling om informatie te verzamelen over verschillende thema’s. Het is een gerichte vorm van lezen die de gemeenschap met God beoogt. Het is geen kwestie van nadenken, maar van instemmen.

Je bent van kindsbeen af vertrouwd met de Heilige Schrift, die je wijsheid kan geven, zodat je wordt gered door geloof in Christus Jezus. Alles wat de Schrift zegt is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een rechtschapen leven, zodat een dienaar van God voor zijn taak berekend is en voor elk goed doel volledig is toegerust.”

(Timotheüs 3, 15-17)

In de eerste eeuwen lazen monniken slechts de Bijbel, of reciteerden die uit het hoofd. In de tijd van Sint Benedictus hadden de Kerkvaders een plaats in de lectio divina. Pas in de moderne tijd heeft men een onderscheid gemaakt tussen lectio divina en “geestelijke lezing”. De lezing van een monnik omvat vandaag een zeer breed scala: het Woord van God, alles wat ons in staat stelt het in waarheid te horen en een menselijke en geestelijke ervaring op te doen met het oog op de vereniging met God. Door te lezen geeft de monnik wortels aan zijn overtuiging, hij voedt hierdoor zijn intelligentie en versterkt zijn wil. Het verrijkt zijn menselijke ervaring en concentreert zijn persoonlijkheid rond zijn roeping Hij voedt zijn geloof en vult zijn verbeeldingskracht met beelden en ervaringen die zijn weg naar God ondersteunen. Jaar na jaar verwerft de monnik zich zo een gedegen cultuur, die hem leidt in zijn zoeken naar God.

Als onze Heer Jezus het middelpunt is, dan bevindt de H. Maagd Maria zich in het hart van het leven van een monnik. Haar moederlijke aanwezigheid, haar krachtige voorspraak. Zij is onze toeverlaat in vele zorgen, beproevingen en noden… Een uitgelezen voorbeeld, want zij was de eerste om een onverwachte roeping te aanvaarden. Zij leeft bij haar Zoon en leidt ons naar Hem toe.

« Wees niet bevreesd, Maria, want jij hebt genade gevonden bij God. Zie. Jij zult zwanger worden en een Zoon baren die jij Jezus zult noemen » .

(evangelie volgens Lukas 1, 30-31)